donderdag 1 maart 2018

Piet de Rooy 2

Een geschiedenis van het onderwijs in Nederland
Wereldbibliotheek 2018, 349 pagina's - € 22,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Piet de Rooy (1944)

Korte beschrijving
Een overzicht van de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs in acht hoofdstukken, waarin de auteur de karakteristieke periodes beschrijft, vanaf de start van het onderwijs tot het huidige onderwijs. In de beschrijvingen vertelt hij de ervaringen van zijn vader, zichzelf en haalt hij allerlei bekende pedagogen, onderwijskundigen en filosofen aan. Ook worden er uitstapjes naar de literatuur gemaakt. Daardoor ontstaat een breed tijdsbeeld en de daarbij horende onderwijsvisie. De auteur beschrijft het onderwijs vanuit het idee dat niets wat er eerst was geheel verloren is gegaan. In het heden is de vroegste ontwikkeling nog aanwezig, waardoor het huidige onderwijs volgens de auteur een veelkoppig monster is. Bevat enkele zwart-witillustraties, voetnoten, eindnoten, een opgave van literatuur en bronnen en een personenregister. Een wetenschappelijk aandoend boek dat een breed beeld schetst van de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs.

Beschrijving op website uitgever
Wat is dat toch met het onderwijs in Nederland? De ene onderwijsvernieuwing is nog niet in gang gezet of de volgende komt er al aan. Nu eens sluit het onderwijs niet goed aan op wat de toekomst van de leerlingen vraagt, dan weer leidt het niet voldoende op tot menslievende en democratische Nederlanders. Wat het onderwijs ook allemaal tot stand moet brengen, het is nooit goed genoeg.

Piet de Rooy onderzoekt op eigenzinnige wijze waar deze hooggespannen verwachtingen vandaan komen. Dat doet hij deels aan de hand van de loopbanen van zijn vader en van hemzelf. Zijn vader werkte zijn leven lang in het onderwijs, De Rooy studeerde historische pedagogiek en was hoogleraar. De Rooy gaat echter nog veel verder terug, naar het vroegste stadium van het onderwijs. Van daaruit laat hij zijn licht schijnen over de vele goede bedoelingen, de talloze misvattingen en de harde belangen die het onderwijs in Nederland tot een veelkoppig monster hebben gemaakt.

'De timing van dit boek lijkt geen toeval. Het stelt terechte vragen en probeert het debat over onderwijs in een relativerend historisch kader te zetten.' Didactief

Fragment uit (het) Besluit
'De geschiedenis van het onderwijs laat zich lezen als een succesverhaal'. Met dit citaat begon dit boek. Dat oordeel heeft alleen maar meer reliëf gekregen, zeker als men beseft dat het ooit begon met wat kinderen aan de voeten van een paar leermeesters. Tegenwoordig leven we in een culture scolaire, een samenleving zonder een zeer uitgebreid onderwijsbestel laat zich moeilijk denken. Zo geeft de Nederlandse overheid tegenwoordig meer uit aan onderwijs dan aan klassieke kerntaken van een staat als defensie en veiligheid. Maar zo ging het citaat verder: 'Zijn we nu tevreden? Toch niet.' Ook als internationale organisaties melden dat het onderwijs in Nederland tot de top behoort, dan nog komen er zorgelijke beschouwingen over 'groeiende ongelijkheid', 'dalend niveau van het rekenen' of de noodzaak om 'de lat hoger te leggen'. In maart 2017 berichtte de Inspectie van het Onderwijs dat zelfs de kwaliteit van het tekenen in groep acht, vergeleken met twee decennia eerder, was teruggelopen.
  In het voorafgaande heb ik gesuggereerd dat deze ontevredenheid met het bereikte vooral voortkwam uit een stapeling van verwachtingen. Leerlingen moet eruditie worden bijgebracht, burgerschapszin, zelfredzaamheid; ze dienen te gaan beschikken over kennis- en vaardigheden, zowel op intellectueel als artistiek terrein, en steeds meer geschikt worden voor een arbeidsmarkt die in snel tempo aan het veranderen is.
  Achter deze wensen gaan verschillende concepties van het onderwijs schuil. Moet Bildung het doel zijn, 'kerntaken', of juist '21st Century Skills'? Deze drie concepten verwijzen achtereenvolgens naar een klassieke traditie, de rationele moderne industriële samenleving en de mentale flexibiliteit die een geïndividualiseerd maatschappij in toenemende mate zou kenmerken (zoals het Sociaal en Cultureel Planbureau in De sociale staat van Nederland 2017 voorziet). De vraag is echter of het zinvol is daaruit een keuze te maken, nog los van de kwestie of de overheid überhaupt nog wel in staat is een overtuigende keuze te maken en op grond daarvan een ingrijpende stelselwijziging tot stand te brengen. De held van mijn vader, Langeveld, heeft zoals eerder gememoreerd, er al in 1938 op gewezen: 'De school is een compromis, zij is als zodanig een oplossing voor verbetering vatbaar, maar zal steeds een compromis blijven.' Ik sluit me daarbij aan. Daarom ook vond ik de opmerking dat 'álles anders moet!' - en misschien de bijval daarvoor nog meer - zo kortzichtig. Juist de illusie dat volmaakt onderwijs onder handbereik is, als we maar zouden willen, sluit waardering voor alles wat bereikt is uit en belemmert het zicht op de werkelijke vernieuwing van het onderwijs: de gestage aanpassing van de school aan een wereld, die niet slechts de laatste jaren, maar van begin af aan onophoudelijk verandert. (pagina 285-286)


Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen